Opslaan/openen als tekst-bestand
(Word-document)

Het Protestantisme ~ "Van Reformatie tot Evangelisme"



Het Protestantisme Deel 1 ~ “De Reformatie”

 

Prologue:

De Amishgemeenschap in Pennsylvania is een rustig en vreedzaam volk. Toch werden hun voorouders vijf eeuwen geleden in Europa beschouwd als uiterst gevaarlijke mensen. Het waren radicalen; Protestanten. Eén van die tientallen groeperingen die in de 16e eeuw de Katholieke Kerk uiteenreten.

In dit eerste deel van het verhaal wordt verteld wat de Godsdienst-revolutie heeft veroorzaakt. We proberen de oorlogen en het leed te bevatten die in Europa het gevolg waren. En we leggen uit waarom het ook de vrijheid bracht en hoe de oude Westerse Kerk terugvocht en ’t Katholicisme vernieuwde. We proberen vooral te begrijpen hoe een geloof, gebaseerd op het gezag van de geestelijke autoriteit, leidde tot een geloof waarin het individu enkel rekenschap geeft aan God.

In 1500AD kenden de meeste West-Europeanen maar één Christendom: de Kerk die zichzelf Katholiek noemde, de Kerk van de Paus in Rome. Z’n priesters waren een elite groep die het volk met God kon verbinden. In de mis lieten ze een groot wonder zien: ze veranderde brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus.

Maar miljoenen Europeanen zouden de Katholieke Kerk opgeven voor een heel ander Christendom. Slechts één ding kon zo’n drastische wijziging veroorzaken: de kracht van een idee. Een idee over iets wat ons allemaal aangaat… de dood!

Het Nieuwe Testament toont een duidelijk beeld; na de dood ga je naar de Hemel of de Hel, maar voor ons complexe stervelingen, goed noch slecht, was er volgens de Westerse Kerk wellicht een tussenfase: het ‘Vagevuur’. Daar wacht je om te worden klaargemaakt voor de Hemel. Het Vagevuur is een soort Hel waar je slechts tijdelijk verblijft, maar je kunt dingen doen hier op Aarde die je verblijf daar zou verkorten. Je kunt bijvoorbeeld een bedelaar geld geven en hij bidt voor je ziel. Mensen namen de dorpsbelasting op in hun testament zodat dorpelingen voor ze zouden bidden. Een mooi ‘voor wat, hoort wat’-systeem.
 


 

Hoofdstuk 1 ~ Duitsland:

In de 16e eeuw verkocht de Kerk in Europa de zogenaamde ‘Aflaten’ om te laten zien hoeveel tijd je in het Vagevuur vermeden had. Het geld was voor nieuwe kerken en ziekenhuizen. Toen de Paus de bouw van de Sint Pietersbasiliek wilde afmaken lanceerde hij een aflaatcampagne. Deze ‘nobele daad’ riep grote vragen op bij een Duitse Monnik wiens visie de Westerse Kerk zou veranderen. Zijn naam was Maarten Luther.

Luther woonde in het kleine stadje Wittenberg in Oost-Duitsland. Elk jaar wordt op 31 Oktober de ‘Reformatiedag’ gevierd. Op die dag in 1517AD kondigde Luther een debat over aflaten aan met maar liefst 95 beweringen of stellingen. Het schijnt dat hij z’n aankondiging deed middels een briefje op de deur van een kerk daar. In de legende is dit het begin van de Reformatie geworden.

Wat was er zo revolutionair aan Luther’s ideeën? Gek genoeg kwam zijn inspiratie en daarmee de hele Reformatie van de belangrijkste theoloog van het Katholieke Christendom: de Afrikaanse Bisschop uit de 4e eeuw, Augustinus van Hippo. Augustinus spreekt van een almachtige God die in z’n eentje over ons lot na de dood beschikt. Net als Augustinus had Luther de apostel Paulus gelezen die stelt dat niet je daden je van de Hel redden, maar je geloof in God. Als dat waar is, kan de Kerk het lot van een mens totaal niet beïnvloeden. De handel in aflaten was slecht en onzinnig.

Luther herinnerde men eraan dat verlossing niet bij de Kerk lag, maar in het woord van God. En dát was in de Bijbel te vinden. Maar veel gewone mensen konden niet lezen of schrijven. Hoe vernamen zij de boodschap in een boek? Luther pakte dat probleem doeltreffend aan. Tot dan toe werd er meestal in het Latijn gezongen, door geestelijken en koren. Luther schreef Duitse hymnen die iedereen kon meezingen. Die droegen de boodschap van de Bijbel over.

Luther gebruikte ook elementen van de populaire muziek van díe tijd. Het heeft iets folkachtigs, iets van een dans. Grote congregaties waren voor zoiets vast niet verfijnd genoeg. Het viel ze zwaar en de Pastoors klaagden. Ze zeiden dat ze probeerden de hymnen te zingen, maar de mensen zongen niet hard genoeg of werkten niet mee. Toen probeerden ze de schoolkinderen die hymnen te leren. Ze mochten zelfs tussen de mensen in de congregatie zitten en ze moesten tijdens de mis hardop meezingen in de hoop dat de anderen dan ook meededen.

Luther wilde de Kerk niet opgeven, hij gaf God enkel de goddelijke macht terug. Toen gaf de Kerk hém op. De Paus zag Luther als een bedreiging van de autoriteit van de Kerk. Middels een pauselijke verklaring werd hij in de ban gedaan. Luther verbrandde die verklaring. Deze openlijke opstandigheid tegen de autoriteit werd in de jaren erna ‘Protestantisme’ genoemd, maar met z’n visie op de verlossing riskeerde Luther de brandstapel. Hij tartte niet enkel en alleen de Paus, maar ook de machtigste monarch in Europa: de Heilige Romeinse Keizer Karel V (de vijfde). Volgens de legende zei Luther tegen de Keizer: “Hier sta ik, ik kan niet anders.”

Die uitspraak vat de essentie van zijn opstandigheid perfect samen. Dat is ook zo boeiend aan het Protestantisme. ‘We staan alleen met ons geweten, we kunnen niet anders’. Luther’s boodschap spreekt het moderne individualisme aan. De weigering om blindelings autoriteit te accepteren. Het kostte veel moed om de Paus en Keizer te trotseren. Gek genoeg sprak Luther ook vaak over gehoorzaamheid aan de macht die God in de wereld had geplaatst. Dat vond hij heel belangrijk.

Wilde Luther nu juist een opstand of een gehoorzame gemeenschap? Dat heeft hij nooit gezegd, die vraag blijft een kernprobleem voor het Protestantisme. En het ergste kwam nog: andere reformisten weigerden Luther te volgen. ‘Daar stond hij’, zij dus blijkbaar niet.
 


 

Hoofdstuk 2 ~ Zwitserland:

Terwijl Luther aan de universiteit doceerde was er ook een andere reformist, Ulrich Zwingli, een priester van een drukke parochie. Hij vormde z’n eigen Reformatie in één van de grootste stadstaten van Europa: Zürich. Zwingli beweerde dat hij los van Luther het Protestantse idee had ontdekt dat alleen vertrouwen in God je van de Hel kan redden. Dat is lastig te begrijpen. Het zou in ieder geval een bijzonder groot historisch toeval zijn. En Luther en Zwingli waren bepaald geen vrienden. We zullen zien waarom…

In 1522AD was Zwingli te gast op een diner waar de gasten worst aten. Die avond werd ‘worst’ de strijdkreet voor een Zwitserse Reformatie. Het was vastentijd. De mensen moesten berouw tonen door dingen op te geven, vooral smaakvolle worst (of: ‘Bratwurst’). Het ‘worsten-incident’ zorgde voor veel ophef in Zürich. Zwingli at zelf geen worst, maar hij vond dat er moreel gezien niets mis mee was. De Bijbel kent geen gebod over vasten, betoogde hij. Hij waarschuwde dat de Kerk God’s echte wetten negeerde door over zulke dingen zo’n heisa te maken.

Zwingli bedoelde dat de Bijbel God’s autoriteit was en niet de Paus. Tot zover lijkt hij op Luther, maar Zwingli’s Reformatie ging veel verder. We kunnen niet om vakjargon heen om de zaak duidelijk te maken; alle Protestanten waren destijds Reformisten, maar enkel het niet-Lutherse Protestantisme zou bekend worden als ‘Gereformeerd’. In Zürich werd dus een heel nieuwe soort Protestantisme gevormd.

De autoriteiten in Zürich vonden dat ze God’s heilige werk uitvoerden. Zwingli vertelde hen dat dit de wil van God was. De gemeenteraad besloot de hele Kerk van Zürich weg te halen bij de plaatselijke Katholieke Bisschop en Zwingli wilde maar al te graag zeggen hoe die bestuurd moest worden. Zwingli herlas de tien geboden. Afgodsbeelden waren verboden, dus werden beeltenissen van heiligen vernietigd. Zelfs muziek werd langer dan een halve eeuw verboden, want schoonheid leidde af van het aanbidden van God. Omdat de Bijbel nergens spreekt van het celibaat, braken de geestelijken met een 500 jaar oude Christelijke traditie en traden in het huwelijk. Zwingli had nóg een controversieel voorstel. Het werd een onderscheidend kenmerk van het gereformeerde Protestantisme.

In de rijke collegiale kerk ‘Grossmünster’ in Zürich transformeerde Zwingli’s visie op de eucharistie de aard van de aanbidding. Tijdens het Laatste Avondmaal brak Christus het brood en nam Hij wijn en noemde die Zijn lichaam en bloed. Volgens de oude Kerk kreeg de priester de macht om brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus te veranderen. Hij bracht dus eigenlijk God fysiek bij de mensen. Dat gaf priesters erg veel macht. Eeuwenlang waren zij de voornaamste weg naar God en het altaar, van waarachter ze de mis leidden, was de heiligste plek in de kerk.

Er zijn veel kerken die voor de Katholieken gebouwd waren, eeuwen vóór de Reformatie, en het ontwerp is bedoeld om naar achter te kijken, naar de Oost-zijde. Daar stond het altaar van waarachter de mis dagelijks werd gevierd, maar in de Protestantse kerken is het altaar nu weg. Alles is naar voren gehaald, waar een bijzonder gereformeerd ‘meubelstuk’ staat. Het zogenaamde ‘Doopvont’. De bovenkant van het doopvont heeft ook de functie van communietafel en dankzij Zwingli en de Reformatie van Zürich staat die nu tussen de mensen, tussen het volk.

Zwingli betoogde dat brood en wijn niet tijdens de mis werden omgezet. Hij rechtvaardigde die revolutionaire gedachte met het evangelie. Volgens de Bijbel keert Christus pas terug op de ‘Laatste Dag’. Hij zit aan de rechterhand van God de Vader, niet op een altaar in Zürich. Zwingli zei dat brood en wijn symbolen waren. De gelovige wordt herinnerd aan de dood van Christus. En wat was Luther’s reactie? Zwingli is verderfelijk en gek!

De huidige voorganger in Grossmünster is Käthi La Roche. In de geest van de Reformatie heeft ze haar eigen gedachten over brood en wijn. Zij is als het ware Zwingli’s opvolger daar, maar desondanks denkt ze niet hetzelfde over de Eucharistie als Zwingli. Wat haar betreft staat ze toch dichter bij Luther, dus dichter bij de grote vijand van Zwingli. Ze zegt dat Zwingli bijzonder rationeel en cerebraal was, waar Luther veel dichter bij het volk was. Als zij het brood uitdeelt en zegt: ‘Het Lichaam van Christus’ of ‘Het brood van het leven’ voelt ze dat er iets gebeurd tussen haar en de ontvanger. Op zo’n moment zou iemand kunnen voelen: ja, Hij is hier bij mij! Met andere woorden zegt ze dus eigenlijk dat aan Zwingli’s idee over de gemeenschap iets ontbreekt. Een gebeurtenis tussen God en een individu. Dát is het inzicht dat Luther had en Zwingli gemist lijkt te hebben. Geen wonder dat ze elkaar zo gehaat hebben.

Beiden vonden het geweten belangrijker dan gehoorzaamheid aan de priester. Alleen prefereerde Zwingli logisch denken boven Luther’s inzicht in de hartstochtelijke diepte van het geloof. Maar de breuk wees op een groot probleem dat nog altijd het stempel van het Protestantisme vormt. De neiging tot ‘Sektarisme’.

Willekeurige Bijbellezers kunnen komen tot willekeurige voorname ideeën. Dat kan een zwak punt zijn, maar ook een sterk punt. Iets wat groei teweegbrengt. Tot Zwingli’s wanhoop werd hij erop gewezen dat de Bijbel niets zegt over het dopen van kinderen. Dus doopten ze volwassenen opnieuw en kregen ze zo de bijnaam ‘Anabaptisten’ of ‘Wederdopers’. Nu tartten ze niet zozeer de Paus, maar de stadstaat van Zürich. Ze betoogden dat het Nieuwe Testament nergens kerk aan staat verbindt.

In Januari 1525AD doopte een groep radicalen zichzelf in het openbaar. Daarna braken ze brood en dronken ze wijn, buiten de aanwezigheid van ’n geestelijke. Het was een open uitdaging. Het ging te ver. Vier van hen kregen de doodstraf op een manier die paste bij hun zonde tegen het doopwater: ze werden in de rivier verdronken. Maar de Anabaptisten gaven niet op…

In de bergen boven Zürich kwamen de vluchtelingen in het geheim bijeen. Peter Dettwiler, de huidige predikant in de Gereformeerde Kerk, verteld dat je je voor moet stellen dat daar hele gezinnen met kinderen kwamen. Ze werden vervolgd en kwamen daar samen voor de mis. Voor hen was het een bijzondere plek.

Er ontstonden meer groepen zoals de Zwitserse Anabaptisten. Allemaal beweerden ze het enige echte Christendom te zijn. Ze bestaan allemaal nog: Unitariërs, Mennonieten, Amish, Quakers…

30 jaar na Luther’s revolutie was het Protestantisme nog niet echt over Europa verspreid, laat staan over de rest van de wereld. Vanaf dat moment bracht een jonge Franse balling weer dynamiek in de Reformatie: Johannes Calvijn. Calvijn werd door Katholieke vervolging z’n land uitgedreven. Het was stom geluk dat hij naar een stadsstaat in Zwitserland vluchtte. Hij vond het niets, maar voelde zich gestuurd door God en tegen God zeg je geen ‘nee’.

Gedreven, vastberaden Calvijn. Hij was zo succesvol dat z’n stad bekend werd als het Protestantse Rome. Die stad was Genève. Wat Calvijn zei over God ontmoeten, is intens boeiend. Hij had het over gelovigen die eenheid met Christus ervoeren. Hij wordt herdacht als spelbreker. Eens heeft hij geprobeerd heel Genève te laten ophouden met dansen, maar z’n waarde schuilt in hoe hij de verwarring van de Reformatie tot een praktische handleiding vormde: “Onderwijs in het Christelijk geloof”.

Het voormalige hoofd van de Gereformeerde Kerk is nu directrice van het Reformatie-museum; Isabelle Graesslé. Ze zocht een bijzonder exemplaar van Calvijn’s ‘Institutie’ op. Het dateert uit 1536AD. Het is heel opmerkelijk. Hij doceert aan de universiteit (eind twintig was hij toen) en hij probeert het hele Christendom in een klein boek te vatten. Deze poging van Calvijn is uit te leggen als: iets waarin hij nieuwe ideeën aanreikt om het Christendom te begrijpen en de doctrine juist te interpreteren. De Reformatie is dan ook in de eerste plaats als een nieuwe interpretatie van oude ideeën. Calvijn zou zeggen: zeer oud! Van vóór de corruptie van het Middeleeuwse Christendom. Op zich had Calvijn gelijk, maar men erkent dat hij een nieuwe manier heeft aangereikt, een nieuwe verspreiding van deze oude ideeën zogezegd.

Isabelle Graesslé is de 1e vrouwelijke opvolger van Calvijn in 500 jaar, een hele eer en bewonderenswaardig, maar hoe zou Calvijn dat gevonden hebben? In één woord: onacceptabel. Hij had de ideeën uit zijn tijd, dat de vrouw haar eigen plaats had. Hij zou het in ieder geval nooit goedgekeurd hebben. Net zoals hij vrouwelijke pastoors of predikanten goedkeurde.

Het Protestantisme wist zich verder uit te breiden dankzij een technologie. Door de boekdrukkunst werd Calvijn’s boek in grote getalen gelezen. Zijn aanhangers drukten ook een speciale Geneefse Bijbel, nauwkeurig bewerkt en van commentaar voorzien. In 1606AD was het zelfs een bestseller in Engeland. Het is meer dan een boek, het is een Christelijke manier van leven. Elk hoofdstuk is onderverdeeld in verzen, dus je kunt zelfs kleine stukjes onthouden en citeren. Het boek laat letterlijk zien hoe je het moet lezen; overal staan grote hoeveelheden aantekeningen. Je werd dus gezegd hoe je moest denken als Gereformeerd Christen. Achterin het boek staat nóg iets bijzonders: de 150 psalmen, omgevormd tot metrische psalmen, poëzie. Sommige daarvan zie je nog steeds terug in kerkelijke gezangboeken. De bekendste is Psalm 100, of ‘Old Hundredth’ zoals de Engelsen zeggen.

Genève was een baken geworden voor een Protestantse beweging door Europa. Voor Zürich en Genève was hun kerk het ware Gereformeerde Katholicisme. De Rooms-Katholieken zagen dat allicht anders. Calvijn’s Protestantisme definieerde zichzelf door waar het tegen was: niet allen de Paus, maar naar zijn idee halfgereformeerde Lutheranen en dwaze Anabaptisten. Het Gereformeerde Protestantisme blonk uit in het slechten van taal- en cultuurbarrières. In de oude stadsmuren van Genève zit een monument van de voornaamste Europese figuren van de Reformatie. Eén van hen is de Schot ‘John Knox’.

In de Geneefse Kerk vond Knox een model voor Schotland. God’s woord prediken stond centraal en dat kwam terug in de omvang en grandeur van de nieuwe kansels die overal werden overgenomen. De op Genève geënte Kerk van Schotland overtrof Calvijn in z’n Calvinisme. In Schotse congregaties werd luid geprezen of ‘amen’ geroepen op de wijze van Amerikaanse Evangelisten. Kinderen moesten thuis herhalen wat er ’s ochtends in de Kerk gezegd was. De Schotten konden zich zo beroemen op goed onderwijs voor iedereen op een wijze die hun Engelse buren nooit echt wisten te grijpen.
 


 

Hoofdstuk 3 ~ Engeland:

Het Protestantisme bereikte ook Engeland, maar niet in de vorm die John Knox voorstond. Het nam kenmerken aan die in Europa uniek waren. In 1534AD riep Hendrik VIII zich uit tot hoofd van de Kerk nadat de Paus weigerde zijn huwelijk met Catharina van Aragon te ontbinden. Gereformeerd Europa in Zürich en Genève keerde zich af van formele zangdiensten in een kathedraalachtige omgeving, maar Hendriks dochter, Elizabeth I, besloot controversieel beide aan te houden.

De verantwoordelijke voor de zang in de Winchester Kathedraal is koordirigent Andrew Lumsden. “Teach me, O Lord” van William Byrd is het koorlied dat veel zegt over de Engelse Reformatie, vertelt hij. Eén van de melodieën in het stuk is een Gregoriaanse Psalmodie. Die bestonden al honderden jaren vóór Byrd. Deze ‘tonus peregrinus’ keert terug in de stukken met het voltallige koor. Tot dan toe werd alles in het Latijn gezongen, wat vrij lastig is voor niet-latijnen. Het moest toegankelijk worden en dús in het Engels, maar Byrd bracht dit er heel slim in om hen aan het oude regime te herinneren. Een Rooms-Katholiek die schreef voor een Protestantse Koningin. Hoe kon zij dat toestaan? Ze hield gewoon simpelweg van dat type muziek en kneep hoogstwaarschijnlijk een oogje dicht.

Maar niet iedereen in Engeland duldde een halfslachtige Reformatie. Puriteinen waren streng Protestants en haatte alles wat riekte naar het Katholicisme. Onder Karel I, één van Elizabeth’s opvolgers, groeide hun woede uit tot een burgeroorlog. Puriteinen die voor het parlement tegen Karel vochten vernietigden de glas-in-lood ramen en elk ander symbool van de Engelse Katholieke monarchie. Hooggeplaatst in de Kerk staan (nu nog) doodskisten die misplaatste beenderen van Angelsaksische vorsten bevatten. Soldaten openden die kisten en wierpen de botten namelijk wild in het rond om hun minachting voor vorsten te tonen. Het maakte deel uit van hun campagne tegen bijgeloof en de wil om het Nieuwe Jeruzalem naar Engeland te halen.

Uiteindelijk werd Karel door de Puritein Oliver Cromwell verslagen en geëxecuteerd. Cromwell stichtte een Protestantse Republiek, maar het Nieuwe Jeruzalem was niet populair. De wens om de niet-Bijbelse Eerste Kerstdag af te schaffen ging te ver. De Kerk van Engeland werd in ere hersteld, met Kathedralen en al. Ondanks alle latere problemen werd het Anglicanisme een deel van de nationale identiteit. Sinds de Reformatie balanceert het tussen ’t Katholicisme en Protestantisme. Het levert een subtiele vorm van Christendom op.

Diverse Protestantismen zijn gepasseerd; Lutheranen, Gereformeerden, Radicalen, Anglicanen. Het verhaal van de Reformatie is er één van afsplitsing en vervolging. Dat is wat mensen maar moeilijk begrijpen.. Hoe kan iemand de doodstraf krijgen als hij of zij zegt dat een stuk brood God niet is? We voelen instinctief mee met de pijn van het slachtoffer, maar de wereld van de Reformatie vond de pijn van de gemeenschap belangrijker. Die moest worden genezen, ook al moest daarvoor een individu extreem lijden. Mensen trokken zich dit hartstochtelijk aan en de hartstocht gold niet voor Protestanten. Het Protestantisme bloeide in het Noorden en deed het ook goed in Midden-Europa, maar de Katholieken bleven niet toekijken hoe het zich verder verspreidde…
 


 

Hoofdstuk 4 ~ Spanje:

Je denkt misschien dat ‘tegenhervorming’ betekent wat het zegt: de reactie van de Katholieke Kerk op het Protestantisme. Maar het was een reactie op een veel oudere dreiging; de verovering van Spanje door de Islam in de 7e eeuw. Katholieke Christenen gaven niet op in Noord-Spanje. 500 jaar lang droomden ze van een herovering. In de 13e eeuw hadden ze zich tot Andalusië teruggevochten tot één van z’n grootste steden; Córdoba.

Córdoba bracht de herovering dichterbij en in de stad staat nog het grootste symbool van die triomf; de Kathedraal. Die Kathedraal van Córdoba is een vreemd gebouw. Het grote koor en altaar zijn als een koekoek in een nest. Ze zitten opgesloten in het hart van wat ooit een Moskee was. Dit gebouw was de grootste Moskee van het Arabisch-Moslimse en dus Islamitische Córdoba. Maar bij de verovering grepen de Katholieken deze Islamitische plekken en wijdde ze opnieuw in voor Christelijke kerkdiensten. De Katholieke triomf wordt je daar toegeschreeuwd door middel van majestueuze beelden en schitterende schilderingen.

Spanje was obsessief in het onderdrukken van de Islam. Het maakte zich ook zorgen om het Jodendom. Z’n heersers, Ferdinand en Isabella, startten als eersten een inquisitie om niet-Katholieken uit te roeien. De inquisitie werd uitgevoerd vanaf het oude Moorse paleis Alcázar. De inquisitie had lang een slechte naam om z’n wreedheid en onderdrukking, maar elk 16e eeuws justitieel systeem was wreed en onderdrukkend. In totaal executeerde de inquisitie minder verdachten dan de seculiere rechtbanken.

Wat de inquisitie wél deed was een systeem van raciale en culturele superioriteit opleggen. Het leidde tot een militant, zelfverzekerd Katholicisme dat onafhankelijk van de Protestantse hervorming opkwam. Uiteindelijk besefte Rome dat ze ook moesten reageren op de Reformatie. In 1545AD werd in Trent, Italië, een raad geopend om Katholieke waarheden en de pauselijke autoriteit te bevestigen.

We bekijken een andere Kerk in Córdoba; die belicht de geest van de Raad van Trent. Het was gebouwd voor een organisatie die bevelen van de raad uitvoerde: De Sociëteit van Jezus, de ‘Jezuïeten’. Het is een zeer plechtstatig gebouw, maar tegelijkertijd ook erg gewoontjes. Daar hielden de Jezuïeten van. Het is ook erg open en er is daar geen afscheiding. Wel een kansel, want Katholieken prediken evengoed als Protestanten. Maar de Katholieke traditie had veel meer te bieden.

Op het altaar staat het tabernakel met daarin het gewijde brood, het lichaam van Christus dat de gelovigen kan aanbidden als die de Kerk betreedt. Maar bovenal is moeder Maria altijd aanwezig. Een menselijke moeder die God heeft gebaard. Ze voegt iets vrouwelijks toe dat het Protestantisme ontbeert. Én je hebt de biecht; een nieuwe vinding van de tegen-hervorming. Zo kon je je zonden aan een priester opbiechten.

De tegen-hervorming bood een gevoel van kameraadschap. Kameraadschap met de Heilige Moederkerk. Dit was het antwoord van de tegen-hervorming op Maarten Luther, Ulrich Zwingli en Johannes Calvijn.

Verre van uitgeschakeld deed de Kerk wat het Christendom altijd doet: zich aanpassen in een crisis. Het kwam weer als hernieuwd tevoorschijn, klaar voor nieuwe bekeerlingen. De stad Granada is de laatste Islamitische stad die Ferdinand en Isabella heroverden. Nu de Islam verzwakt was, bouwden Spanje en Portugal hun rijken overzee.

In Granada staat het beeld waar Christoffel Columbus geknield zit voor Isabella. In 1492AD, hetzelfde jaar waarin Islamitisch Granada viel, bereikte Columbus het huidige West-Indië. De Kerk reisde op de schepen van z’n soldaten mee. Het tegen-hervormde Katholicisme zou de eerste wereldreligie worden.
 


 

Hoofdstuk 5 ~ Mexico:

De eerste zendelingen naar de ‘Nieuwe Wereld’ waren Franciscaanse Fraters. Ze verspreidden de boodschap snel, want ze geloofden dat het einde van de wereld naderde. Een halve eeuw later volgden de Jezuïeten hun voorbeeld. In landen als Mexico stuitten deze afgezanten van het Katholicisme op beschavingen die in de eerste instantie terugvochten.

Maar opeens sneuvelde de inheemse bevolking in grote getalen, of zoals een wanhopige heerser zei: met bergen tegelijk, als insecten. Dat was niet het werk van soldaten, maar van onzichtbare legers van Europese ziektes. De getraumatiseerde bevolking wilde zich vaak maar al te graag bekeren.

We bekijken de Mariakerk daar. Niet op een heuvel, zoals je wellicht zou denken op het eerste gezicht, maar op de grootste piramide ter wereld. De Katholieke zendelingen plaatsten hun kerken met opzet bovenop tempels. Ze plaatsten hun offerplek zonder pardon op de oude offerplek. Het Katholicisme regeert aardig, zou je kunnen zeggen. We kunnen veel leren over de gedachtegang van de veroveraars door één van hun monumenten van de zege nader te bestuderen.

De ‘Capilla Real de Indios’, of: de Koninklijke Indiaanse kerk in Cholula. Het is intrigerend om te zien, je waant je in Spanje of Jeruzalem. Dr. Clara García Ayluardo, een vooraanstaand historica, vertelt dat de Kerk veel op Moskeeën lijkt die je terugziet in Syrië, Egypte en natuurlijk eentje in Spanje: de Grote Moskee in Córdoba. Dat is geen toeval. Het is gemodelleerd naar die laatstgenoemde Moskee. Het heeft 49 koepels, zeven zijbeuken en ook een enorme open ruimte. Die binnenplaats lijkt op die van de Islamitische Al-Aqsamoskee in Jeruzalem. Deze kerk in Cholula is gebouwd door Franciscanen. Destijds beschouwden zij de Al-Asqa als dé tempel, Salomo’s Tempel in Jeruzalem. Ze hebben hier het ‘Nieuwe Jeruzalem’ van de laatste dagen willen recreëren met nieuwe Christenen, nieuwe Katholieken. In die tijd was de Protestantse Reformatie gaande in Europa. Daar verloren de Katholieken terrein terwijl ze in Mexico duizenden nieuwe zielen wonnen. Het is dus het perfecte Nieuwe Jeruzalem...

‘Soms win je, soms verlies je.’

Van binnen weerspiegelt de Kerk de Moskee in Córdoba. De binnenplaats is als de Moskee in Jeruzalem. Wat wil dit gebouw overbrengen? Wellicht het volgende; in Spanje had het Katholicisme de Islam verslagen. Moskeeën werden Kerken. Daar in ‘Nieuw Spanje’, Mexico dus, versloegen ze andere goden en bedwongen hun heersers. Hoe de triomf beter te vieren dan op dezelfde manier, door Kerken te bouwen die eruitzagen als Moskeeën?

Ná de verovering beseften de zendelingen dat, om zielen te winnen, de bekeerlingen vreugde in het Katholicisme moesten ervaren. Het moest de inheemse cultuur in zich opnemen. Nergens zien we daar een beter voorbeeld van dan in de nabijgelegen stad ‘Santa Maria Tonantzintla’. Van alle vreemde kerken in Mexico is die het vreemdst. Binnenin lijkt het op een versie van de Hemel, vol met afbeeldingen van opgewekte mensen en overal engelen, knap en mooi. Santa Maria was indertijd klein en de Franciscanen lieten geen frater achter. Dus leerden ze een paar ouderen of kinderen de Spaanse taal en de beginselen van het Christendom en keerde jaren later terug om te zien hoe het met het Christendom gesteld was. De dorpsbewoners namen het Christendom en kneedden het naar hun eigen beeld en voorkeur. Het werd dus een inheemse religie, onderwezen door hun eigen mensen. Als je naar de beelden van de engelen kijkt, dan zie je dat ze allemaal de plaatselijke, typerende gezichten hebben vanuit díe tijd.

Toen de zendelingen overzee gingen wilde de Katholieke Kerk twee culturen mengen, maar die flexibiliteit gold enkel bij het dagelijks religieus praktiseren. Sommige zendelingen, met name de Jezuïeten, wilden op een nieuwe manier over het christelijke geloof zelf praten. Erg zinvol in andere culturen. Maar, na lang beraad hielden de gezagsdragers vol dat alles wat Rome over de doctrine had gezegd niet veranderd kon worden.

Een mooi voorbeeld van die ‘flexibiliteit’ is de Basiliek van Guadalupe in Mexico-Stad. De verschijning van Maria aan een inwoner was meer dan ’n wonder. Op haar afbeelding daar ziet ze eruit als de Mexicanen, wat betekent dat zij en de Katholieke Kerk hen rechtstreeks kan toespreken. Dogmatisch gezien blijft ze de Moeder van God.

Tegen het jaar 1550AD hebben zo’n tien miljoen mensen zich laten dopen in Amerika. Dat was een morele opsteker voor de Paus in Rome, nog altijd lijdend onder de Protestantse Reformatie. De Katholieken waren klaar om terug te slaan. Honderd jaar nadat Luther z’n strijdkreet aan een kerkdeur hing was Noord-Europa stevig Protestants geworden. Zuid-Europa volgde nog steeds de Katholieke Kerk. In een groot gedeelte van Midden-Europa waren alle opties nog open. Dat gegeven feit was een recept voor oorlog.
 


 

Hoofdstuk 6 ~ Tsjechische Republiek:

Het eerste slagveld was Praag, de hoofdstad van het huidige Tsjechië. Aan het begin van de 17e eeuw had het Protestantisme niet enkel veel van Noord- en West-Europa overgenomen, maar reikte zelfs tot daar, de hoofdstad van de Bohemen, een belangrijk deel van het Heilige Romeinse Rijk. Het merendeel van de Bohemers was Protestants en hun regeerders, de ‘Habsburgers’, moesten hun religieuze vrijheid toestaan, maar in 1617AD veranderde alles.

De Katholieke monarch van Habsburg koos een familielid als volgende vorst. Aartshertog Ferdinand verfoeide Protestanten. Middels een preventieve aanval veroverden de Protestanten het paleis. Op 23 Mei 1618AD gooiden ze twee van Ferdinand’s beambten uit het raam. Een stroberg brak hun val, maar redde niet de trots van Habsburg. Het incident werd gedoopt tot de ‘Defenestratie van Praag’.

De Protestanten vroegen om een calvinistisch heerser, Frederik V, als hun nieuwe koning. Frederik hield het amper een jaar vol. Helaas voor de Bohemen werd aartshertog Ferdinand keizer. Hij nam snel wraak. In November 1620AD werden de Bohemers en het Protestantisme vernietigd in de ‘Slag om de Witte Berg’. Tegenwoordig ligt de plek aan het eind van een tramlijn. Was dat symbolisch bedoeld? Typisch…

Dat de plek ooit belangrijk was zie je alleen nog aan de nabijgelegen ‘Maria de Victoria’-kerk. Deze plek veroorzaakte één van de meest verwoestende Europese oorlogen ooit. Die oorlog duurde 30 jaar. Ná z’n zege verbood Keizer Ferdinand het Gereformeerde Protestantisme totaal. Lutheranen en Calvinisten moesten de handen ineenslaan in hun strijd om de toekomst van het Protestantisme.

De oorlog trof Zweden en Denemarken in het Noorden en Frankrijk én Spanje in het Zuiden. Zelfs Polen en Transsylvanië werden erbij betrokken. Tussen één-kwart en één-derde van de Midden-Europese bevolking kwam om in de strijd. Pas in 1648AD werd het vrede. Een groot deel van Europa was verwoest en zou nooit meer Protestants worden. Religieuze oorlogen leken toch niet zo’n goed idee.

De Katholieken verdreven de Protestanten van Midden- en West-Europa voornamelijk naar het Noorden, maar 30 jaar oorlog had een veel breder effect op de Christelijke toekomst. Vervolgde Protestanten vluchtten weg en niet enkel uit Praag. De Zwitserse Anabaptisten braken zelfs voorgoed met de Oude Wereld. Misschien kon het Protestantisme het Katholicisme te vlug af zijn, in de ‘Nieuwe Wereld’.
 


 

Hoofdstuk 7 ~ De Verenigde Staten:

In 1682AD stichtte de invloedrijke Engelse ‘quaker’, William Penn, een kolonie in Noord-Amerika. Zijn doel: religieuze vrijheid. Niet enkel voor quakers, maar voor alle Christenen. Ballingen met uiteenlopende overtuigingen kwamen vanuit heel Europa. William Penn noemde dit land “Penn’s Paradijs”, oftewel: Pennsylvania.

Als je Anabaptisten wilt zien, moet je naar Lancaster County. Thuisland van 37 religieuze groeperingen, de ‘Eenvoudige Mensen’, afstammelingen van de Reformatie. Allen behoren ze tot de Amish, Mennonieten of ‘de Broeders’. Ze zijn erg traditioneel en minachten de autoriteit van de buitenwereld. Ze leven ook vaak zonder de dingen die wij voor lief nemen; zoals auto’s en elektriciteit.

Stephen Scott van de ‘Oude Orde Rivier Broeders’ herinnert ons aan de naam van dit volkje: ‘Eenvoudige Mensen’. Op de vraag waarom de ‘Eenvoudige Mensen’ zich zo opgedeeld hebben, antwoord hij dat hun geloof niet enkel van toepassing is op ontastbare doctrines, maar ook op het leven van alledag. Er is dus meer om over van mening te verschillen. Een belangrijk principe is non-conformiteit aan de wereld. Dus; waar trek je de grens tussen de Kerk en de wereld? Je hebt Mennonieten en Amish die met paard en wagen rijden, maar in Stephen’s groep hebben ze bijvoorbeeld wél auto’s.

Wat is er ‘mis’ met de wereld volgens hen, met name de wereld in de 17e eeuw? Stephen vertelt dat er wat basiskwesties zijn, zoals het hele probleem met trots. Kleren die de aandacht op je lichaam vestigen, worden erg ontmoedigd. Je kunt zeggen dat ze nogal de aandacht trekken met hun kledingdracht, maar daarin wijken ze bijna of niet af van de principes van een kloosterorde.

De Eenvoudige Mensen zijn méér dan een curiositeit. Ze vertellen ons wat er gebeurd zou zijn als de kleine Joodse sekte uit Galilea zich niet had aangepast. Misschien had ‘t de 21e eeuw wel gehaald, net zoals de Eenvoudige Mensen. Vasthouden aan traditie kan in díe zin helpen., maar ’t zou zich nooit verspreid hebben en een wereldreligie geworden zijn. Doordat de Eenvoudige Mensen zich weigerden aan te passen waren zij het níet die van de VS een Protestantse grootmacht maakten…
 


 

Epilogue:

In het vervolg-verhaal hierna, over het ‘Evangelisch Protestantisme’, kijken we naar hoe een kleine groep vervolgde Boheemse Christenen het lot van het Protestantisme hervormde.

Ze zorgden voor een religieuze opleving door heel Groot-Brittannië, Amerika, Afrika en zelfs Azië. Het Protestantisme zou de missies van de Katholieke Kerk gaan inhalen…
 





 







 

Het Protestantisme Deel 2 ~ “De Evangelische Explosie”

 

Prologue:

Seoul, 8:00 uur ’s ochtends; de eerste dienst in de Yoidi-Gospelkerk zit er nèt op. Het Protestantisme in het begin van de 21e eeuw. In dit verhaal volgen we de groei van een uitbundige geloofsuiting die zich wereldwijd heeft verspreid: ‘Evangelisch Protestantisme’.

Het wordt geassocieerd met zuivere emotie en door sommigen met conservatieve politiek, maar het verhaal is misschien anders dan je zou denken…

In deel 1 werd verteld hoe ’t Protestantisme brak met het Katholicisme om in Europa een Protestants thuisland te stichten. Nu volgen we de gebeurtenissen waardoor het de grenzen overschreed naar Groot-Brittannië, Amerika, Afrika en zelfs Azië.

Protestantisme ontstond uit een religieuze revolutie in de 16e eeuw: de ‘Reformatie’. Wel 100 jaar verspreidde het zich. Overal verschenen Protestante kerken. Lutheranen, Calvinisten, Anabaptisten, Anglicanen…

De reactie van de Katholieke Kerk culmineerde in de 30-jarige oorlog. Het Protestantisme liep zware klappen op. Eind 17e eeuw was het vooral beperkt tot Noord-Europa. De Reformatie leek een halt te zijn toegeroepen. Tóch werd het Protestantisme vanaf 1700AD gestaag verspreid. Door welke kracht ging het Protestantisme dan de wereld rond?
 


 

Hoofdstuk 1 ~ Duitsland:

Wij kijken naar ‘Herrnut’, aan de Duitse oostgrens. Het Protestantisme zou nooit zijn verspreid zonder een groepje Christenen dat zich in 1722AD daar vestigde. Daar liggen ook hun grafstenen: de ‘Moravische Broeders’. Zij waren vervolgd door de Katholieken in wat nu de Tsjechische Republiek is, oftwel: Tsjechië. Ze vluchtten 400 km westwaarts naar het veilige, Protestantse ‘Saksen’.

De eigenzinnige, charismatische, rijke Lutherse edelman graaf Zinzendorf bood hen zijn landgoed en leiderschap aan. Zinzendorf hield van z’n Lutherse komaf, maar hij zocht meer. Zijn nieuwe gemeenschap viel op door de persoonlijke en emotionele band met God. Het was een herontdekking van de kern van het Christendom: eeuwige verlossing door Jezus Christus zelf te beleven.

In Herrnut bestaat nog steeds een sterke Moravische gemeenschap. De Moraviërs gingen meermalen per dag naar de kerkdienst, dag in, dag uit. En ze zongen, soms dagen achtereen. Volgens de Reformatie stond de mens alleen voor God’s oordeel. Volgens de Moraviërs konden ze een directe emotionele band met Hem hebben. ‘Minder met het hoofd, meer met het hart’. Dit idee zou Protestantisme radicaal veranderen.

Ook een andere Moravische innovatie blies het Protestantisme nieuw leven in. In Duitsland zijn ze beroemd om hun kerststerren, maar in de 18e eeuw begonnen ze met iets veel opmerkelijker. Het Christendom was een geloof voor zendelingen. Het zendingswerk werd uitgevoerd door geestelijken, maar gewone Moraviërs namen spontaan zelf het zendingswerk op zich. Ze wilden de boodschap niet enkel in Europa verkondigen. De eerste Moravische missionaris trok direct naar de ‘Nieuwe Wereld’.

We doorzoeken de Moravische archieven met Dr. Rüdiger Kröger en lezen het dagboek van de eerste missionaris; Leonard Dober. Hij ging in 1732AD naar ‘Sint Thomas’ in het Caribisch gebied, West-Indië. Zo staat er een notitie uit begin Januari 1733AD: hij ging naar de plantage om zich er te vestigen als pottenbakker. Dat werd niets, vanwege de slechte kwaliteit van de klei. Daarom spraken ze de lokale bevolking maar toe, de slaven. Dát zochten de Moraviërs; een kans om met de mensen te praten over hun religieuze gevoelens. Bijzonder toch dat deze nederige arbeider de zeeën oversteekt om z’n geloof met andere arbeiders te delen. Wat zet de Moraviërs hiertoe aan? Het antwoord is eigenlijk vrij simpel en heel logisch; het is hun taak om te praten over het geloof en het evangelie en om mensen te helpen vrij te zijn om hun geloof uit te oefenen en daar hoef je geen predikant voor te zijn. Het is een nieuwe kijk op samenleven volgens het Christendom.

De Moravische archieven puilen uit van zulke verhalen. De geportretteerde eerste missionarissen verspreidden de blijde boodschap tot in Afrika en Groenland. Daarom noemt men ze ‘evangelisch’, naar het Griekse woord ‘euangelion’, wat ‘goed nieuws’ betekent. De evangelische leer was bezig aan een opmars, maar de leer was nog niet voltooid. Dat zou in Engeland gebeuren. De Moraviërs wisten gevoelens om te zetten in geloof. Zo veranderde het leven van een jonge Anglicaanse Priester die de toekomst van het Protestantisme aangreep. Hij heette John Wesley.
 


 

Hoofdstuk2 ~ Engeland:

In Bristol werd een gezindte gesticht die de Moravische droom mede in vervulling deed gaan: het ‘Methodisme’. Stichter John Wesley begon als Anglicaanse Priester. Hij bewonderde de intense rijkdom van het Katholicisme. Hij ontmoette de Moraviërs in 1735AD aan boord van een schip. Hij voer met z’n broer Charles voor werk in Amerika. De twee hoge Anglicaanse geestelijken legden de nadruk op de Katholieke zijde. Aan de universiteit van Oxford hoorden ze bij een heilige club die het Protestantisme een contra-reformatorische Katholieke warmte gaf. Ze vastten, gingen zoveel mogelijk ter communie en hielpen de armen. Het was een uiterst Methodische manier om zondeloosheid te verkrijgen. Al snel benoemde iemand, die het níet zo goed bedoelde, hen ‘Methodisten’.

De Methodisten waren geen nieuwe gezindte, maar de ontmoeting van de Wesleys met de Moraviërs bracht dit dichterbij. Vooral omdat de broers een persoonlijke crisis tegemoet gingen. Ze kregen ruzie met Kolonisten en John had een rampzalige verhouding. Verslagen en ontmoedigd keerden ze naar huis terug.

In Engeland hielden ze contact met de Moraviërs. Op een avond in 1738AD in Londen woonde John een Anglicaanse avonddienst bij en vervolgens een Moravische bidstond. Die indrukwekkende combinatie zou hem én het Protestantisme veranderen. Die avond beleefde John Wesley iets nieuws. Hij zei hierover: “Ik voelde mijn hart vreemd verwarmd.” Terwijl de avonddienst nog in z’n hoofd naklonk, luisterde hij naar Maarten Luther’s herformulering van Paulus’ boodschap: “Slechts het lot redt ons!” De Reformatie kwam tot leven. Een nieuw vuur ontwaakte in zijn geloof. Het brak door de Moravische psalmen en creëerde een nieuwe boodschap voor zijn generatie.

De Wesley-broers wilden in hun geloof nu enkel nog een directe band met God. Ze wilden de Verlossing verkondigen, net zoals de Moraviërs hadden gedaan. De broers voegden ook een nieuw element toe waarmee het Protestantisme miljoenen mensen bereikte. Ze zagen hoe de samenleving veranderde en ze brachten bange mensen snel de blijde boodschap te midden van grote sociale veranderingen.

In de 18e eeuw verhuisden miljoenen plattelanders door de industrialisatie naar nieuwe centra, zoals de buitenwijken van het huidige Bristol, maar de Anglicaanse Kerk had daar geen gebouwen. De stugge predikant John Wesley bedacht een verassende oplossing. Een oude vriend uit Oxford, George Whitefield, preekte in de open lucht. John probeerde dit op Hanham Mount, nabij een mijnwerkersdorp.

Volgens Methodist Colin Cradock was dat een gevaarlijke keus. De nabijgelegen Cock Road was berucht vanwege de bandeloosheid enzovoorts, en dan had je nog de mijnwerkers zelf die in de 18e eeuw gezien werden als ordinaire ambachtslui. Je kon dus maar beter níet komen. Geen fatsoenlijk mens waagde zich daar. Dat Wesley het tóch deed was verbazingwekkend, maar hij had desondanks een effect op de mensen die dan wel kwamen. De mijnwerkers zaten bij hem uit te huilen, over hun zwarte gezichten liepen witte strepen. Verbazingwekkend, inderdaad…

Voor het eerst zocht iemand de mijnwerkers op om hun ziel te redden. Men vergeet vaak dat zorg om sociale gerechtigheid een hoeksteen vormt van het Evangelisme. De Methodisten bouwden hun eigen kapellen met een eigen bouwstijl. Dáár was hun eerste, John Wesley’s hoofdkwartier in Bristol: zijn ‘Nieuwe Ruimte’. Niet alleen zijn woorden roerden de mensen, maar ook de prachtige psalmen van z’n broer Charles. Vandaag de dag ziet het er nog steeds zo rustig, klassiek en geordend uit, maar in 1739AD waren de diensten daar oorverdovend met kreten van vreugde en berouw en het gebrul van Charles’ psalmen over Christus’ bloed en offerdood.

Misschien is die hevigheid thans voor vele Methodisten afgenomen, maar je kunt nog iets opvangen van de hartstocht van toen overal in de moderne Evangelische wereld. In 1800AD woonde een half miljoen Engelsen Methodistische missen bij. Dat is ruim 5% van de bevolking. Toch knap, aangezien dit in 60 jaar uit het niets was ontstaan…

Het Protestantisme was erg populair in Wales. Het verspreidde zich ook onder Schotse en Ierse ‘Presbyterianen’. Het was een Evangelische wedergeboorte. Alle lagen van de samenleving werden bereikt. Net als de Moraviërs uit Duitsland ontdekten ook de Evangelisten een intens persoonlijke hervorming. Ze zochten Christus op in hun Bijbel, maar ze reikten in hun ziel om die ontmoeting compleet te maken. Ze hunkerden ernaar dat anderen hetzelfde deden.

Tot nu toe had de Katholieke Kerk de toon aangegeven in het zendelingenwerk. Dit zou veranderen met de religieuze opleving in Amerika. In de ‘Nieuwe Wereld’ zou het Protestantisme zegevieren.
 


 

Hoofdstuk 3 ~ New England, USA:

In de VS komen allerlei Protestantse gezindten voor: Baptisme, Presbyterianisme, Methodisme, Unitarisme, Episcopalisme, Zevendagsadventisme, noem maar op…

Beginnen Protestanten dan telkens weer met iets nieuws? Ja, maar dat is tevens de sleutel tot de uitbundigheid van het geloof daar.

De eerste verschillen ontstonden in een geloofsuitbarsting in de jaren 1730AD in New England. Aan het begin stond een briljante Congregationalistische predikant in Northampton, Massachusetts. Hij heette Jonathan Edwards. Volgens Edwards moeten we God met lichaam, geest en gevoel vereren. Van groot filosoof tot klein kind moeten we Hem liefhebben in eenvoud. Hij zei ooit: “Als je ooit bij de Hemel komt, moeten geloof en liefde jouw vleugels zijn.” Edward’s parochie leefde als eerste hernieuwd op in Amerika.

Maar er zou meer volgen: de bezielende geest die Europa ervoer. Deze werd gebracht door een Engelse spreker die Edwards had uitgenodigd: George Whitefield, door wie Wesley in de open lucht was gaan preken. Hij ligt nu begraven in de Old South Church in Newburyport. Daar ontmoeten we een hedendaagse, Amerikaanse kerkhistoricus, Kenneth Minkema, volgens wie Edwards meer had gekregen dan verwacht. Hij omarmde Whitefield’s boodschap, maar niet diens wijze van verkondigen. Whitefield bracht een nieuwe manier van preken. Theatraal, geïmproviseerd. Hij gebruikte geen manuscripten, vertelt Kenneth. Hij vertrouwde op inspiratie, bewoog heen en weer, gebaarde en speelde Bijbelscènes na. Het schijnt dat er mensen flauwvielen als hij ‘Mesopotamië’ zei. Dat klinkt alsof Whitefield een welkome bezoeker zou zijn geweest, maar geen welkome collega. Nadat Whitefield vertrok, lag Edward’s parochie in duigen. Daarom probeerde hij het fysieke van het geestelijke te scheiden. Hij vraagt z’n parochianen of zij meer onder de indruk waren van de welbespraaktheid van de predikant, of dat de boodschap van de wedergeboorte bleef hangen en of dit hun hart veranderde. De opleving in New England behoefde iets wat beide heren te bieden hadden. Edward’s weloverwogenheid bood tegenwicht aan de emotionele reactie op Whitefield’s uitdagingen.

In diezelfde Old South Church bekijken we George Whitefield’s graf. Het doet aan als de tombe van een Katholieke heilige, tot je beseft dat hij de kelder van deze kerk deelt met de hedendaagse verwarmingsinstallatie. Hij was een bijzondere predikant. In de open lucht was hij door wel 10.000 mensen te verstaan. Toen hij naar de VS kwam, was er een beweging in vele vormen in opkomst. Die noemen we gezamenlijk de ‘Great Awakening’, het Grote Ontwaken.

In de 18e eeuw wakkerden predikanten als Whitefield de geestdrift enorm aan. Hij eiste dat de mensen keuzes maakten. Presbyteriaanse en Baptistenkerken veranderden in zendings-bolwerken. Het Evangelische Protestantisme raasde door Amerika. Dit gebeurde vanwege bijzondere, Amerikaanse redenen. In de jaren 1760AD begon een groep burgers uit Boston, de ‘Sons of Liberty’, rellen te schoppen uit protest tegen het Britse gezag en de belastingen. De verspreiding van het evangelie was een toevallig neveneffect van de Amerikaanse Revolutie, gevoed door een beroemd voorval in Boston.

In 1773AD begon de ‘Boston Tea Party’ een reeks schermutselingen die leidde tot de Onafhankelijkheid. Tot ontzetting van veel Christenen scheidden de grondleggers de Kerk van de staat in hun nieuwe Federale Grondwet. Er kwam ook een eind aan privileges van gevestigde kerken in de individuele staten. Na eeuwen aan de staat gebonden te zijn geweest werd het Christendom los gesneden. De groei van het Evangelisch Protestantisme leek gevaar te lopen.

De scheiding van Kerk en staat was een historisch moment. Sinds de 4e eeuw maakte het Christendom deel uit van het gezag. Nu stond het op zichzelf. Je zou denken dat dit funest was voor de Kerken, maar het tegendeel is waar. De scheiding van Kerk en staat had een onverwacht effect op het Protestantisme; men kreeg een keus! De gevolgen zie je aan de vele gezindten die overal in de VS nog steeds opkomen en gedijen.

De grondleggers van de staat gaven de Amerikanen vrijheid van religie. Men mocht elke vorm van Christendom kiezen, hoe devotioneel dan ook. Dit leidde opnieuw tot een Evangelische opleving: een tweede ‘Great Awakening’. Deze vond plaats aan de kolonisatiegrens in het westen.

In 1800AD lag Kentucky in het ‘Wilde Westen’. Sommige uitbundige uitingen van moderne Evangelisme vonden daarom juist daar een plek. Een jaarlijkse bijeenkomst staat hier bij stil. Dat was immers grensgebied: allerlei mensen zochten daar het geluk. Vele daarvan waren Britten. Dat was belangrijk, want er zaten Schotse Protestanten tussen die al eens verhuisd waren om zich te vestigen in Ulster, Ierland. Ulster kende dezelfde gevaren, spanning en schijnbaar grenzeloze mogelijkheden als het Wilde Westen in Hollywood-films. In Ulster hielden Protestanten voor het eerst diensten in de open lucht. Dit brachten ze mee naar Noord-Amerika. Langs de kolonisatiegrens werd deze diensten nieuw leven in geblazen.

Een gemeente hield ooit een weekenddienst en tijdens de preek riep een vrouw om Verlossing, vertelt één van de leden, Frank Jarboe. Dit verstoorde de dienst. Na de preek vertrokken de predikanten, maar de parochie bleef. Men leek te wachten op wat God nu zou doen. Het was storend voor de predikanten. Ze overlegden buiten de Kerk zelfs wat ze moesten doen. Ze namen het verstandige besluit om binnen niet in te grijpen. Ze gingen zelfs weer naar binnen om mee te doen. Frank vertelt dat ze toen God’s Geest zagen neerdalen. Uiteraard was men buiten zinnen. Door de Geest bezeten, zouden we nu zeggen. Het klinkt alsof men andere manieren zoekt om te uiten wat men voelt en dat ís ook zo. Er waren mensen die zo in de ban waren van wat God met hen deed dat ze rondjes renden rond het kamp, vrij willekeurig. Er was ook een ‘blafoefening’ en een ‘lachoefening’. Als God’s kracht over je komt, moet je dat op de één of andere manier uiten, anders klap je uit elkaar, vertelt hij ons. De emotie raasde door de nieuwe republiek.

Het witgloeiende geloof van de tweede ‘Great Awakening’ duurde bijna 50 jaar. Het hielp om iets nieuws in het leven te roepen. Parochies, tot dan toe zijtakken van Europese kerken, hadden nieuwe keuzes. Je zou bijna zeggen: ‘consumentenkeuzes’. Het Christendom werd verkocht met de flair en ondernemingslust die de VS in z’n handel en industrie toonde. Het Protestantisme uit de grensstreken was populair en typisch Amerikaans.

De energie van de oplevingen leidde tot nieuwe identiteiten voor het Christendom. Van Zevendags-adventisten tot Mormonen en de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Overal zag men Amerika in het middelpunt van God’s bedoelingen. De emotionele kant van de Evangelische leer is zo benadrukt, maar veel gezindten waren tevens sociaal radicaal. Net als de Methodisten bood de Amerikaanse Evangelische leer ondergeschikte groepen hoop.

De boodschap bracht veel Afrikaanse Amerikanen, die toen nog vaak slaaf waren, in verroering. Het Evangelie biedt je de keus om je tot Jezus te keren. Deze mensen hadden nog nooit een keuze gehad. Ze gingen op zoek naar hun eigen kerken.

De ‘Belle Meade plantage’ bij Nashville kon niet functioneren zonder slaven. Daar bekijken we het belang van de opleving van het geloof voor Afrikaanse Amerikanen met de geleerde Dennis Dickerson. Hij vertelt dat er mensen van allerlei pluimage werden uitgenodigd om te komen luisteren. Veel Bijbelcitaten verzekerden Afrikaanse Amerikanen dat ze gelijk waren aan de blanken: “Allen zijn zondig en voldoen niet aan God’s glorie.”, of “God heeft alle mensen gelijk geschapen.” Veel slavenhouders waren Protestants en hun geloof ‘rechtvaardigde’ slavernij. Waren zij dan gewoon dom en egoïstisch? Dennis antwoord met dat de slaven wisten dat de Bijbel tegenstrijdigheden bevatte. Wie de slavernij wilde rechtvaardigen kon veel voorbeelden aanhalen, vooral in het Oude Testament maar ook soms in het Nieuwe Testament, over hiërarchie, dienaren en slaven en dit werd bekrachtigd door het religieuze gezag. De slaven ontwikkelden echter hun éigen opvatting. Zij voerden aan dat dezelfde God die de Joden of Hebreeuwen had bevrijd en hen door een Exodus had geleid, hetzelfde voor hen zou doen in de VS.

Er was nóg een belangrijke reden waarom gelovige Afrikaanse Amerikanen het geloof van hun onderdrukkers aanvaardden. Sommige blanke Evangelisten vonden de slavernij slecht en antichristelijk. Zij pleitten met de Afrikaanse Amerikanen voor afschaffing. We moeten niet vergeten dat Evangelisten deze opstand tegen de algemene Bijbelopvatting leidden en de heersende morele opvattingen teniet deden.

Medio 19e eeuw was ’s werelds meest dynamische samenleving een Protestantse grootmacht: de Verenigde Staten. Er bestond geen Protestantse werkethiek cliché tegenover het Katholicisme. We zien daar een enorm historisch toeval. Door de omstandigheden werd het grootste industrieland Protestants en zo werd deze Protestantse cultuur tevens een wereld-veroverende macht. Zelfs Japanners namen het Amerikaanse kapitalisme snel over.

Het zendingswerk kwam nu op de Protestanten aan door een wending in het centrum van het Katholicisme in Europa. Vanaf 1789AD gaf de Franse Revolutie het einde van de ‘Oude Wereld’ aan. De Franse monarchie stortte ineen, de Rooms-Katholieke Kerk wankelde. Het einde was nabij. De Protestanten moesten nu snel de ‘waarheid verkondigen’ voor het te laat was. Dus toen het Katholieke zendingswerk stokte, trokken de Protestanten erop uit.
 


 

Hoofdstuk 4 ~ Ghana, West-Afrika:

Afrika lag niet alleen ver verwijderd van de Protestante centra van Amerika en Europa, ook de cultuurverschillen waren immens groot. Het contra-reformatorisch Katholicisme kreeg geen voet aan de grond. Aan de West-Afrikaanse kust is nog steeds te zien waarom. Eén van de vele forten van waaruit Afrikanen als slaven naar de Nieuwe Wereld werden verscheept, staat daar nog steeds. Zij hadden dus geen oren naar verhalen van Europeanen over het Christendom. Voor 350 jaar lang verpestte de slavenhandel de relaties tussen Europa en Afrika, maar afschaffing bleek essentieel te zijn voor succes van het Afrikaanse Protestantisme.

We wenden ons naar de Anglicaanse Kathedraal in ‘Accra’. Het Christendom daar is afkomstig van bevrijde, teruggekeerde Afrikanen. Het waren vooral fervente gelovigen die hun medemens voor Verlossing wilden laten kiezen. Dit bracht de Brits-Anglicaanse ‘Church Missionary Society’ (CMS) op een nieuw idee: autonome overzeese kerken. De CMS ging in West-Afrika op zoek naar locale leiders. Men vond een prima kandidaat die uit de slavernij was gered en in Sierra Leone woonde. Hij heette ‘Ajayi’, maar hij nam Engelse namen aan, namelijk die van een bestuurslid van de CMS: Samuel Crowther. Samuel Ajayi Crowther kwam naar Engeland en werd opgeleid tot Anglicaanse priester.

Crowther stichtte het Afrikaans-Anglicanisme met een Evangelisch smaakje. Hij zag in dat het Protestantisme moest worden aangepast aan de Afrikaanse cultuur. Hij vertaalde de Bijbel in z’n eigen Yoruba-taal. Hij was zó succesvol dat hij Bisschop van West-Afrika werd, maar hij was zijn tijd ver vooruit en z’n invloed was maar beperkt..Hij wilde het gezag voeren over zwarte en blanke missionarissen, maar z’n blanke superieuren hadden een probleem.

Kerkhisttoricus Prof. Kwabena Asamoah Gyadu vertelt ons wat dit probleem was; er waren ooit postzegels met Bisschop Crowther erop. Dat zag er in de eerste instantie uit als een succesverhaal, maar was dat wel zo? Ja én nee, vertelt hij ons. Dat hij als Afrikaan met een slavenverleden dát niveau bereikte was een hele prestatie, maar hij werd verraden. Men wilde een Afrikaan in de voorste linie van het zendelingenwerk hebben, maar men had een probleem toen men het lot van de Kerk moest overdragen in Afrikaanse handen. Ze wilden dus van twee walletjes eten, zogezegd.

Blanke Europese zendelingen probeerden Afrika wel te bekeren. David Livingstone probeerde dat in Zuid- en Centraal-Afrika. Het werd een heroïsche mislukking. Hij bekeerde slechts één man en díe stichtte later z’n eigen kerk. Die les had Crowther de kerk ook geleerd. Het Christendom kon daar slagen, mits geleid door Afrikaanse zendelingen. Uiteindelijk kwam het ook zover.

In de 19e eeuw deden de Afrikanen zelf stilletjes zendingswerk op manieren die Europeanen amper opvielen: jonge mannen gingen op reis, woonden diensten bij, leerden psalmen en namen die mee naar huis. Marktvrouwen verkochten het Christendom. Zendelingen onderwezen docenten, die op hun beurt weer de lessen doorgaven. Zij konden op z’n Afrikaans over het Christendom vertellen.

Begin 20e eeuw was zo’n 10% van de Afrikanen Christen. Tegenwoordig is dat zo’n 50%. Verbazingwekkend .. hoe ging dit in z’n werk?

Een merkwaardige katalysator was het uitbreken van de eerste wereldoorlog in 1914AD. Europese zendelingen vertrokken en de oorlog pleitte niet voor het Christendom. Twee goede redenen voor de Afrikanen om de teugels over te nemen.

Eén van de baanbrekendste Afrikaanse zendelingen was William Wade Harris. Hij zat als politiek activist gevangen daar in West-Afrika toen hem in 1913AD werd geopenbaard dat hij was uitverkoren om profeet te worden. Toen hij vrijkwam, trok hij erop uit om Afrikanen te bekeren. Stel je voor hoe hij door de dorpen in de Ivoorkust en Ghana schreed, gekleed in een wit gewaad met een groot kruis en een fles water bij zich. De vrouwen in z’n gevolg zingen en bespelen de kalebas om beschermengelen en de Heilige Geest op te roepen terwijl Harris de mensen oproept om hun geloof op te geven.

Maar zij wilden zich niet aansluiten bij de Europese kerken, omdat God daar niet werd geëerd zoals de Afrikanen dat zelf wilden. Europese kerken veroordeelden Afrikaanse praktijken als polygamie. En dus besloten Harris’ volgelingen hun eigen netwerk van kerken te stichten. De ‘Kerk van de Twaalf Apostelen’ stamt daar vanaf. De parochie bestaat vooral uit markt-vrouwen. Zij nemen vrij om de mis bij te wonen, terwijl de mannen doorwerken. Dit lijkt zó anders dan de kerken die bijvoorbeeld in Europa floreerden, maar dat is de kracht van het Christendom: aanpassen en assimileren.

Achter deze Afrikaanse beleving zien we alom gewaardeerde kenmerken. In West-Europa zien we deze dingen elders: op de dansvloer, in een stadion, in een therapieruimte. Dáár is alles samengesmeed tot één geheel. Je eert God binnen een strak systeem. Het lijkt spontaan, maar het kent regels; het bouwt op, het ebt weg, men helpt je de weg te vinden, men gooit je erin en het draait om genezing. Overal om je heen komt de kracht van God uit een gemeenschap die wil zijn zoals jij, die bij jou wilt zijn. Jouw problemen, jouw verveling, jouw frustraties en jouw irritaties breng je daar en je gooit ze neer en je danst erop.

In Afrika, in Ghana, geloven ze dat elke ziekte een vloek is van, of wordt veroorzaakt door de Duivel, vertelt Theresa Appah, één van de dorpsvrouwen. Een spiritueel probleem moet op spirituele wijze worden opgelost. En op de vraag of de muziek bij het genezingsproces hoort, antwoord ze; met de muziek roepen ze de Heilige Geest op om op de genezers neer te dalen. Tijdens de muziek genezen er al mensen. Dan hoor je mensen schreeuwen; zij genezen. Zonder aanraking, maar door de muziek. Daarom komt men bij hen. Ze worden altijd als laatste benaderd, maar ze lossen het als eerste op.

Het plaatselijke gezag leidde een sterke groei van het nieuwe Afrikaanse Christendom: van de 9 miljoen Christenen in Afrika in 1900AD tot meer dan 380 miljoen vandaag de dag. De helft van hen is Protestants. Het is de grootste verschuiving van het zwaartepunt van het Christendom. 2000 jaar geleden lag dit in Jeruzalem en toen in Constantinopel. In 1600AD lag het in Spanje en thans ligt het in de Sahara. Vanuit Timboektoe leven er in alle windrichtingen evenveel Christenen.

Het Protestantisme groeide doordat het bereid was te veranderen. Deze directe, innige ontmoeting met God begon met de Moraviërs. Het werd bevorderd door Methodisme en de opleving van het geloof. De boodschap raasde door Amerika in de ‘Great Awakenings’ en het verspreidde zich door Afrika. Overal ontstonden nieuwe Protestante kerken. In de 20e eeuw tartte het zelfs de opkomst van het Rooms-Katholicisme in Latijns-Amerika. Het heeft het aantal Christelijke gezindten uitgebreid tot ruim 30.000, maar nu verspreidt het zich nóg verder. Mogelijk dwaalt het Protestantisme te ver af van de leer van Jezus.
 


 

Hoofdstuk 5 ~ Zuid-Korea:

Zuid-Korea is een welvarend land met een bloeiende economie. Het is moeilijk voor te stellen dat nog maar 60 jaar geleden dit een zwaar getroffen en arm land was dat opkrabbelde na de Japanse bezetting. De kerken waren belangrijk bij de strijd om vrijheid. Het Christendom werd vereenzelvigd met nationaal lijden en trots. Na de bevrijding raakte het verzeild in een andere strijd: de wederopbouw.

Het leidde tot een geweldig succesverhaal uit het Christendom: de Koreaanse Pinksterkerk. We nemen als voorbeeld de ‘Yoido-Gospelkerk’. Die kerk begon met een kerkdienst van vijf Koreanen in een tent. Nu zijn er wereldwijd ruim driekwart miljoen leden. De psalmen zijn in het Koreaans, maar de melodieën zijn authentiek. De Pinksterkerk bouwt voort op een 19e eeuwse Amerikaanse traditie: de ‘Heiligings-beweging’, die dateert van de opleving van Wesley’s Methodisme. De kern bevat dezelfde emotionele kant van het geloof; de directe, persoonlijke keus voor God.

De Pinkstergelovigen hebben God op ongebruikelijke wijze gevonden. Zij hebben de Heilige Geest ontmoet, het stiefkind van de Drie-eenheid. Volgens de Bijbel daalde 50 dagen na Jezus’ dood de Heilige Geest op de Apostelen neer tijdens het Joodse Pinksterfeest (Pentecost). Het was een revolutionaire beleving. De discipelen zouden in een heilige taal hebben gesproken die alle aanwezigen verstonden. Ze kregen zóveel energie dat ze Jezus’ boodschap overal wilden verspreiden.

Volgens Pinkstergelovigen kan men ook nú de giften van de Heilige Geest ontvangen. Dat is wat je daar nu nog ziet. Maar het succes van deze kerk kent ook een controversieel aspect: de belofte van geluk en welvaart voor de gelovigen. Degenen die dit wantrouwen noemen dit het ‘Welvaarts-Evangelie’. Het is ontstaan in de VS tijdens het ‘interbellum’. Kapitalisme in dienst van Jezus, de keus van de consument voor God. Vroeger bood het Protestantisme hoop op Verlossing, ongeacht de problemen. In Korea is die belofte directer geworden. Je hoeft niet meer op het hiernamaals te wachten om te oogsten.

Gaat deze aanpassing te ver? Dat is was de Presbyteriaanse theoloog Prof. Sang Keun Kim ons verteld. Hij legt het als volgt uit; het is simpel .. als je ter kerke gaat en iets schenkt, wordt je gezegend. Je economische succes wordt gegarandeerd. Het gaat dus echt om welvaart. Op de vraag of hij problemen onderkent met de Bijbel antwoord hij in één woord: ja! ‘het is voor een rijke net zo moeilijk om in de Hemel te komen als voor een kameel door het oog van een naald.’ Door díe passage denkt hij dat er vroeg of laat geen Koreaan meer in de Hemel te zien zal zijn. Welvaarts-Evangelie leverde een positieve bijdrage in de jaren ’70 en ’80. Het voorzag in een nieuw soort hoop, maar nu vindt de gewone Koreaan, de samenleving, dat de Koreaanse Protestanten een tikje egoïstisch zijn door meer schenkingen en grotere kerken te willen of vragen zelfs. Men vindt niet dat dit het fundamentele dogma van een geloof is.

Het Pinkstergeloof in de Yoido-stijl lijkt op een Hollywood-musical uit de jaren ’50. Het is intrigerend om de man achter dit fenomeen te ontmoeten. Dominee David Yonggi Cho is met pensioen, maar we vroegen hem naar de beginjaren toen hij de boodschap begon te verspreiden. Hij verteld dat toen hij het evangelie aan de armen preekte zij het heel zwaar hadden. Velen zeiden geen geloof nodig te hebben. Er werd gevraagd; als er zo’n mooie Hemel is, waarom kregen ze er hier dan geen stukje van? Ze hadden een God nodig die hen hielp. Hij bad tot God en ontdekte dat hij in de Verlossing door Jezus de bevrijding van geest, leven en stoffelijk lichaam kon vinden. Jezus werd gekruisigd en verloste ons van onze zonden, van ziekten en van vloeken. Dit noemde hij ‘het drievoudige evangelie van Jezus Christus’ en hij begon de mensen met hoop te vervullen. Dat is niet alleen een geloof voor het hiernamaals, maar ook voor hier en nu. Dat raakte de mensen, waardoor zij naar de Pinksterkerk kwamen. Maar, betekent dit dat de Verlossing altijd leidt tot aards succes en rijkdom? De dominee beantwoord die vraag met het volgende; als je zegt dat je gestopt bent met roken, drinken of gokken dan verspil je geen geld meer en dan word je dús welvarender.

De Yoido-parochie vormt één van de opzienbarendste gezichten van het Evangelisch Protestantisme in de 21e eeuw. Daarom was het interessant dat dominee Cho ingetogen klonk toen hij terugblikte op z’n succes. Maar hij verwierp de band tussen aards succes en Verlossing niet.

Koreaanse Pinkstergelovigen denken, net zoals alle Christenen, na over allerlei stemmen in de Bijbel en maken dan hun eigen keuzes. Mogen wij dan wel zeggen dat zij kernwaarden overboord gooien? Zij kunnen zeggen dat het Nieuwe Testament onduidelijk is over rijkdom. Verwerp je rijkdom, of werk je hard en maak je er goed gebruik van? Jezus en Paulus geven verschillende antwoorden. Pinkstergelovigen kunnen ’n aanwijzing zijn van waar het heen gaat met de toekomst van het Christendom. Ze klinken nu als Evangelische Protestanten, maar zal dit zo blijven?
 


 

Epilogue:

Dit geloof komt voort uit de Heilige Geest en je weet niet waar dit eindigt. De Heilige Geest verstopt Zich níet in een boek, zelfs niet in de Bijbel. Het Protestantisme komt van ver sinds de eerste Moravische zendelingen hun geloof verbreidden.

Het Protestantisme werd een succes omdat het een nieuwe identiteit aannam. Het veranderde evenzeer als z’n bekeerlingen, maar nu staat het voor de grootste uitdaging uit z’n bestaan. Niet vanuit een verre cultuur, maar vanuit z’n bakermat: Europa.

In Europa lijkt men nu onverschillig te staan tegenover het geloof. Niet eens vijandig, maar gewoon onverschillig. Wat zal dit uiteindelijk betekenen voor het Christendom in het algemeen? Waarom twijfelt juist het Christendom aan zichzelf in West-Europa? Moet God zich zorgen maken?





 

« Vorig artikel [Terug naar Geschiedenis Overzicht] Volgend Artikel »

Kyrie Eleison
Christe Eleison
Kyrie Eleison

'Heer, ontferm U
over ons
Christus, ontferm U
over ons
Heer, ontferm U
over ons.'

Stuur uw eigen citaat in via onze Contact-Link