« Naar het Nieuws-overzicht

Feestdag van Maria, Koningin v/d Rozenkrans - 07 Okt 2013

maria-rozenkrans-001.jpg
Datum: 2013, 07 October

[Bron: RKK]

Oktober is in de RK-Kerk de maand van de Rozenkrans. Dit gebruik stamt uit de 19e eeuw en werd vooral gepropageerd door paus Leo XIII. Het is een uitbreiding van het liturgische feest van Maria Koningin van de Rozenkrans op 7 oktober.

Slag bij Lepanto:
In de Rooms Katholieke Kerk is de maand oktober gewijd aan de Rozenkrans. De keuze van deze maand hangt samen met de liturgische gedachtenis van Maria van de Rozenkrans op 7 oktober. Deze viering werd ingesteld door de heilige paus Pius V in 1571. Hij had de christelijke overwinning van de Slag bij Lepanto (7 oktober 1571) toegeschreven aan het bidden van de rozenkrans.

Dominicanen:
Het rozenkransgebed werd gepropageerd door de orde der Dominicanen, waartoe Pius V zelf ook toe behoorde. Volgens een legende was de Rozenkrans een geschenk van de Heilige Maagd Maria aan Sint Dominicus (1170-1221), stichter van de dominicanen. Maria zou de rozenkrans hebben gegeven als wapen in zijn strijd tegen de Albigenzen.

Alanus de Rupe:
Het rozenkransritueel bestaat in de kern uit het 150 maal reciteren van het Wees gegroet. De dominicaan Henry Kalkar (1328-1408) beval de gelovigen aan bij ieder tiental weesgegroeten ('tientje) een gebeurtenis uit het leven van Jezus en Maria te overwegen. De dominicaan Alanus de Rupe (1428-1478) was de grote propagandist van het rozenkransgebed. De legende over de oorsprong van Rozenkrans zou op hem teruggaan. Alanus verdeelde het leven van Jezus en Maria in de blijde, de droevige en de glorievolle geheimen, zodat ieder vijftal tientjes gepaard kan gaan met een meditatie over deze mysterieuze episodes.

Encyclieken Leo XIII:
Het gebruik om jaarlijks de hele maand oktober in het teken van de rozenkrans te stellen, dateert uit de 19e eeuw. Het was paus Leo XIII (1878-1903) die een intensere Maria-devotie in deze maand bevorderde door zijn oproep om extra vaak de rozenkrans te bidden. Opmerkelijk is dat Leo in totaal tien encyclieken over het rozenkransgebed schreef: Supremo apostolatus officio (1883), Vi è Ben Noto (1887), Octobri Mense (1891), Magnae Dei Matris (1892), Laetitiae Sanctae (1893), Iucunda Semper Expectatione (1894), Adiutricem (1895), Fidentem Piumque Animum (1896), Augustissimae Virginis Mariae (1897), Diuturni temporis (1898). Alle werden gepubliceerd in september, ter voorbereiding van de daaropvolgende rozenkransmaand. Alle pausen na Leo XIII hebben in navolging van hem de gelovigen opgeroepen in oktober extra tijd aan de rozenkrans te besteden.

Fatima:
Naast de 7e oktober kwam er na 1917 nog een andere belangrijke oktoberdag voor Maria-vereerders bij: de 13e, de herdenkingsdag van het zogenoemde Zonnewonder van Fatima, dat plaatsvond op 13 oktober 1917. Een menigte van circa 70.000 belangstellenden en nieuwsgierigen namen toen bij Fatima (Portugal) een bovennatuurlijk kosmisch fenomeen waar. Uit getuigenverslagen bleek dat velen bang waren dat de zon zich op de biddende menigte zou storten. De mensenmassa stond op een veld verzameld rond drie herderskinderen: Lucia Dos Santos, Jacinta Marto en Francisco Marto. Zij beweerden dat op 13 mei 1917 Maria voor het eerst aan hen was verschenen.

Rozenhoedje bidden in huisgezin:
Vóór het Tweede Vaticaans Concilie was het heel normaal dat de rozenkrans, of eenderde deel daarvan ('rozenhoedje'), in katholieke huisgezinnen werd gebeden. Na de sociaal-culturele wendingen van de jaren zestig raakte deze praktijk in onbruik. Toch worden in veel parochies in oktober nog steeds gezamenlijke rozenkranssessies gehouden. Ook worden afbeeldingen van de Heilige Maagd extra gehuldigd.

Jaar van de Rozenkrans:
Johannes Paulus II (1978-2005) probeerde de rozenkrans weer terug te brengen in het leven van iedere katholiek. In het zicht van zijn 25-jarig pontificaat stelde hij een speciaal 'Jaar van de Rozenkrans' in: van 16 oktober 2002 tot en met 16 oktober 2003. Kardinaal Karol Woityla werd namelijk op 16 oktober 1978 tot paus gekozen.

« Naar het Nieuws-overzicht

 

 

 

 

Heilige Maagd Maria van de Rozenkrans

[Bron: www.hetkatholiekegeloof.nl]

Op 7 oktober vieren we deze gedachtenis, terwijl de hele maand oktober in het teken staat van de rozenkrans.
Het bidden van de rozenkrans is in de vijftiende eeuw ontstaan, hoewel het bidden van Onzevaders aan een kralensnoer veel ouder is en al in de vierde eeuw in kloosters voorkwam.
De meditatie over de geheimen uit het leven van Jezus begon bij de Karthuizers, terwijl het bidden van reeksen Weesgegroeten bij de Cisterciënzers of Dominicanen ontstaan is.
Dat Maria de rozenkrans aan de H. Dominicus heeft overhandigd als strijdmiddel tegen de Katharen wordt echter veelal als een legende beschouwd.
De gedachtenis van Maria van de Rozenkrans is verbonden met de overwinning van de christenen op de islam op 7 oktober 1571 in de zeeslag van Lepanto in de golf van Korinthe.
Er werd toen aan de oprukkende Turken een gevoelige slag toegebracht, waardoor Europa tot ver in de twintigste eeuw voor de militante islam werd behoed.
Aan het bidden van de rozenkrans door rozenkransbroederschappen en het houden van processies werd daarbij een doorslaggevende invloed toegekend.
Reden voor paus Pius V (zelf dominicaan) om op 7 oktober de dag van "OLV van de Overwinning” in te stellen.

De huidige naam stamt van enkele jaren later.
Paus Leo XIII breidde in de 19e eeuw de gedachtenis uit tot de rozenkransmaand oktober en wijdde er diverse encyclieken aan.
Het aantal van de 150 Weesgegroetjes van de rozenkrans correspondeert met de 150 psalmen.
Voor degene die moeite had met het reciteren van de psalmen in het Latijn, was er een alternatief: het bidden van steeds tien Weesgegroeten, terwijl daarbij een belangrijke gebeurtenis uit de heilsgeschiedenis van Christus wordt overwogen.
Er bestaan meer vormen van de rozenkrans, maar de basisvorm bestaat uit de herhaling van een Onzevader, tien Weesgegroeten en de lofprijzing van de Drievuldigheid.
De Zalige paus Johannes Paulus II heeft bijzondere aandacht gehad voor de rozenkrans.
In de eerste plaats heeft hij aan de bestaande blijde, droevige en glorievolle geheimen de geheimen (of mysteries) van het Licht toegevoegd. Daarnaast heeft hij er veel behartenswaardigs over geschreven, o.a. in zijn apostolische brief Rosarium Virginis Mariae.
Hij geeft hier ook aan dat in de eenvoud van dit gebed nu juist de rijkdom ligt.
Want een aspect dat mij nu juist in de rozenkrans zo aanspreekt, is dat deze door zijn eenvoud ruimte schept.
Het steeds herhalen van dezelfde tekst geeft rust, alsof je langs een voortkabbelend beekje zit.
De gebeurtenissen van de dag komen langs, zonder dat je er aan hoeft vast te houden.
Integendeel, je kunt ze loslaten door je op de geheimen te richten.
En omdat het gebed al uit taal bestaat, kun je de geheimen wellicht visualiseren.
Soms lenen zich hier bestaande afbeeldingen voor, terwijl een andere keer spontaan iets ontstaat.
Persoonlijk kan ik mij geen annunciatie voorstellen zonder het schilderij van Fra Angelico in gedachten voor mij te zien, maar de wanhopige Jezus op de Olijfberg kan alleen op het moment zelf worden verbeeld.
En de waarde ligt dan niet zozeer in het zelf opgeroepen beeld, maar vooral in het beeld dat je vervolgens mag ontvangen: de mystieke aanwezigheid van de Heer.
Ik zeg niet dat dit als een soort wet plaatsvindt: de H. Geest laat zich niet commanderen.
Maar het legt wel een basis om je open te stellen voor de Genade die altijd aanwezig is, door zelf aanwezig te zijn voor Degene die is.
Johannes Paulus wijst op de verbinding van Maria met het mysterie van Jezus door de centrale plaats die zijn naam in het Ave Maria inneemt.
Want Mariaverering is mooi en goed, maar wordt ongezond als wordt vergeten dat zij onze voorspreekster, middelares en eventueel zelfs medeverlosseres is (de Kerk heeft over dit laatste nog geen definitieve uitspraak gedaan).
Zij is echter niet een soort moedergodin die als een Isis ons wel en wee bestiert.
Per Mariam ad Iesum betekent dat we ons altijd om voorspraak tot haar kunnen wenden met onze zorgen, verlangens en niet te vergeten dankbaarheid.
Als God juist door zijn goddelijkheid soms ver weg lijkt, of wanneer we ons schamen om ons direct tot Hem te wenden, staat Maria als eenvoudige dienstmaagd wat dichter bij ons stervelingen.
En tegelijkertijd weten we dat ons gebed bij haar in goede handen is door haar unieke en bevoorrechte positie.
Over tijd en frequentie van de rozenkrans valt het nodige te zeggen.

Johannes Paulus geeft er in zijn apostolische brief veel ruimte voor.
Een afweging van kwaliteit en kwantiteit lijkt me daarbij wenselijk.
Ik wil niet zeggen dat het bidden van de volledige rozenkrans niet haalbaar is.
Integendeel: voor verdieping is vaak tijd nodig om je los te maken van de dagelijkse beslommeringen.
En juist door het bijna eindeloos voortkabbelen van de gebedsstroom kun je van wereldse zaken onthecht raken.
Maar de realiteit gebiedt te zeggen dat daar niet altijd gelegenheid voor is.
Met een rozenhoedje (50 Ave Maria’s oftewel één van de geheimen) of zelfs een ‘tientje’ is er een alternatief om in de dag een moment van bezinning te creëren.
Want hoe gemakkelijk worden we niet door de waan van die dag meegesleept en verliezen we het contact met God.
Aan de andere kant is er een bepaalde rust en dus ook tijd nodig om met overgave te bidden.
Meer nog dan andere gebeden kan de rozenkrans worden afgeraffeld.
Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar is nog niet eens zo bezwaarlijk als er tijdens het bidden een geleidelijke vertraging en verdieping optreedt. Je kunt beter je beperkte mogelijkheden benutten, dan dat je een perfectionist bent die niet tot bidden komt, omdat hij zulke hoge eisen aan zijn gebed stelt.
Zelf geef ik de voorkeur aan (een deel van) de rozenkrans aan het eind van de dag.
Door eigen gebeden en overwegingen toe te voegen komt de dag nog eens voorbij.
Wat is er allemaal gebeurd?
Wat ging er mis, waar mag ik dankbaar voor zijn?
Wat heb ik – Deo gratias – goed gedaan, waar kan ik mezelf met Gods hulp verbeteren?

En dan, verder biddend, kun je het allemaal bij de Heer leggen.
De dag is gekomen, de dag is gegaan, er is nu niets meer (aan) te doen, morgen is er DV weer een dag.
Soms val ik in slaap; ik ga er maar vanuit dat ik dan slaap in de Heer, zoals ik ooit hoop te óntslapen in de Heer.
Johannes Paulus zegt: "Het is een typisch meditatief gebed, dat in het Westen ontstond (…)”, met andere woorden: Veel mensen zoeken verdieping en meditatie in Oosterse wijsheid, Zen en noem maar op, terwijl wij deze prachtige rozenkrans in onze eigen traditie binnen handbereik hebben.

Maar is die misschien wel te dichtbij en ontbreekt daardoor de aantrekkingskracht van het exotische? G.K. Chesterton (The everlasting Man) schreef dat je het Christendom zou moeten beschouwen alsof het een Oosters verschijnsel is: "I do seriously recommend the imaginative effort of conceiving the Twelve Apostles as Chinamen” (bekijk de Apostelen eens alsof ze Chinezen waren).

Maar de rozenkrans is niet alleen een meditatief gebed.
De Zalige J.P. wijst ook op de functie als gebed voor de vrede en als samenbindende factor binnen het gezin, zoals dat voor Vaticanum II gebruikelijk was ("een gezin dat samen bidt, blijft bij elkaar”).
En het is tevens een smeekbede, een verkondigend gebed dat in gemeenschap kan worden gedaan, het is een gaan in het voetspoor van Christus. "Het is het ritme van het menselijk leven.
Het brengt het leven in harmonie met het ritme van Gods eigen leven”.
Johannes Paulus eindigt zijn apostolische brief met de oproep om de rozenkrans weer vol vertrouwen op te pakken.
Wat let ons om daar in deze rozenkransmaand mee te beginnen?

« Naar het Nieuws-overzicht
Greatest man in history; named Jesus.
Had no servants, yet they called Him master.
Had no degree, yet they called Him teacher.
Had no medicines, yet they called Him healer.
He had no army, yet kings feared Him.
He won no military battles, yet He conquered the world.
He committed no crime, yet they crucified Him..
He was buried in a tomb, yet He lives today!

Stuur uw eigen citaat in via onze Contact-Link