« Naar het Nieuws-overzicht

Gedenkdag van de H. Sint Ignatius van Antiochië - 17 Okt 2013

Ignatius-van-Antiochi-000.jpg
Datum: 2013, 17 October

[Bron: RKK]

De brieven van Sint Ignatius van Antiochië (1e/2e eeuw) worden beschouwd als zeer voorname post-Bijbelse bronnen van de orthodoxe christelijke leer.

Opvolger van Petrus:
De heilige Ignatius van Antiochië (Grieks: Ἰγνάτιος Ἀντιοχείας, Latijn: Ignatius Antiochensis) werd tussen 35 en 50 geboren. Volgens het Romeins martyrologium was hij een leerling van Sint Johannes de Evangelist. Ignatius was de tweede bisschop van Antiochië en als zodanig de opvolger van de heilige apostel Petrus, het eerste hoofd van de Kerk van Antiochië. Sint Petrus zou Ignatius zelf hebben benoemd en hem de handen hebben opgelegd.

Apostolische Vaders:
Ignatius behoort tot de groep kerkvaders die vanwege hun aan de apostelen ontleende gezag de Apostolische Vaders worden genoemd. Hij schreef een reeks brieven, die gelden als belangrijke bron van de katholieke en orthodoxe leer over de Kerk, de sacramenten en het bisschopsambt. In de Catechismus van de Katholieke Kerk wordt hij achttien keer geciteerd.

Voor de leeuwen:
Volgens geschiedschrijver Eusebius van Caesarea werd Ignatius gearresteerd tijdens de regeerperiode van de Romeinse keizer Trajanus (98-117). Na zijn aanhouding werd hij naar Rome overgebracht, waar hij in het Flavische Amfitheater (Colosseum) voor de leeuwen werd geworpen. Hij stierf de marteldood tussen 110 en 117.

Brieven:
Tijdens zijn reis naar Rome schreef Ignatius zeven brieven (in het Grieks). Deze richtte hij tot verschillende kerken in Klein-Azië en Rome en een aan bisschop Polycarpus van Smyrna. In de traditie zijn de brieven genoemd naar de geadresseerden: Aan de Efeziërs [ad Eph.]; Aan de Magnesiërs [ad Magn.]; Aan de Tralliërs [ad Tral.]; Aan de Romeinen [ad Rom.]; Aan de Filadelfiërs [ad Phil.]; Aan de Smyrneeërs [ad Smyr.] en Aan Polycarpus [ad Pol.].

Martelaarschap:
Ignatius schrijft over zijn sterke verlangen om als martelaar te sterven. De Romeinse christenen druk hij op het hart niet voor hem in de bres te springen of pogingen te doen hem vrij te krijgen. “Laat me toch voedsel zijn voor de dieren. Daardoor kan ik tot God komen. Ik ben de tarwe van God en door de tanden van de dieren word ik gemalen opdat ik zuiver brood van Christus zal blijken te zijn. Ja hitst de dieren op dat ze mijn graf worden en niets van mijn lichaam overlaten” (Ad Rom. IV).

Feestdag:
In de Rooms-Katholieke Kerk wordt Sint Ignatius herdacht op 17 oktober, dezelfde dag waarop de Kerk van Antiochië al sinds de vierde eeuw zijn martelaarschap viert. In de Grieks-Orthodoxe Kerk, waar hij de bijnaam Θεοφόρος (Theophoros = 'Goddrager') heeft, gedenkt men hem op 20 december. Zijn gedachtenis in de Koptisch-Orthodoxe Kerk valt op de 24ste van de Koptische maand Kiakh.

« Naar het Nieuws-overzicht

 

 

 

 

H. Ignatius van Antiochië

[Bron: www.hetkatholiekegeloof.nl]

Ignatius van Antiochië was bisschop van Antiochië in Syrië, waartoe hij in 69/70 werd aangesteld.

Hij wordt gerekend tot de apostolische vaders.
Hij stierf in 110 in Rome de marteldood.
Hij heeft zijn naamdag in de Syrisch-orthodoxe Kerk van Antiochië en de rooms-katholieke Kerk op 17 oktober, in de Oosters-orthodoxe Kerk op 20 december.
Over het leven van Ignatius is weinig bekend.
Hij schreef verschillende brieven aan christengemeenten in Klein-Azië en Italië terwijl hij op bevel van keizer Trajanus naar Rome werd gevoerd om in het Colosseum ter dood te worden gebracht.
Over die reis naar Rome heeft Kerkvader Eusebius van Caesarea geschreven.
Op allerlei plaatsen kreeg Ignatius bezoek van afgevaardigden van christelijke gemeenten.
In Smyrna ontmoette hij Polycarpus en kreeg hij bezoek van een deputatie uit de christengemeente van Efeze. Dit gezelschap bestond uit Onesimus, de bisschop van Efeze, een diaken genaamd Burrus, en nog drie anderen: Crocus, Euplus en Fronto.
Hieruit blijkt dat er tussen de jonge christelijke gemeenten intensief contact was en er een uitvoerig netwerk van onderlinge relaties moet hebben bestaan.

De christelijke kerk heeft zich kennelijk al heel vroeg kunnen organiseren.
 
Van de brieven die Ignatius tijdens zijn reis aan verschillende christengemeenten schreef, zijn er zeven bewaard gebleven.
Ze vormen een rijke bron aan informatie over de vroegchristelijke verwerking van de boodschap van het Evangelie.
De brieven dragen soms een wat leerstellig karakter.
Soms zijn ze meer troostend en ondersteunend van aard.

  • De brief aan de Efeziërs
  • De brief aan de Magnesiërs
  • De brief aan de Tralliërs
  • De brief aan de Romeinen
  • De brief aan de Philadelphiërs
  • De brief aan de Smyrnaeërs
  • De brief aan Polycarpus
     

Ignatius stelt in zijn brieven verschillende zaken aan de orde.
Hij gaat onder andere in op de eenheid van de christelijke kerk, de persoon van Christus, de verhouding leraar en leerlingen, de twee rijken.
Voor de ontwikkeling van de theologie zijn deze brieven van groot belang.
Jezus is voor Ignatius voluit God.
In de brieven bestrijdt hij het docetisme en de gnostiek.
Hij pleit voor het gezag van de bisschop.
Zonder dit gezag is de doop en het liefdesmaal niet geoorloofd.
De gemeente van Rome bekleedt in zijn visie de eerste plaats.
De verlossing dacht hij niet in morele termen als verlossing van de zonden, maar zag die meer als bevrijding van de dood.
Daarom noemde hij het avondmaal of liefdesmaal een geneesmiddel tot onsterfelijkheid.
Onze God, immers Jezus Christus werd ontvangen door Maria naar Gods bestel .. opdat hij door Zijn lijden het water zou reinigen (Aan Efeze 13.2) Hem ... de tijdloze, de onzichtbare, die om ons zichtbaar werd, de ontastbare, die niet kan lijden, maar om ons leed, die op allerlei manieren volhard heeft. (Aan Polycarpus 3.2)

« Naar het Nieuws-overzicht

Een mens
heeft geen Ziel...

Een mens
IS een Ziel
en heeft een lichaam!

Stuur uw eigen citaat in via onze Contact-Link